De opleiding voert een actieve dialoog met interne stakeholders, in het bijzonder met studenten, en betrekt hen optimaal bij alle aspecten van onderwijsbeleid en onderwijskwaliteitszorg. Daarnaast betrekt de opleiding externe stakeholders (werkveld, alumni, beleid, nationale en internationale experten,...) door op regelmatige basis feedback te vragen over minstens de opleidingscompetenties/OLR's (met inbegrip van het profiel), de inhoud en vormgeving van het programma, en de evaluatie en het eindniveau. De opleiding zorgt er ook voor dat internationale academische peers zich uitspreken over de inhoudelijke kwaliteit van de opleiding. Dat laatste is een basivereiste in de UGent-programmatoets.

Wat is het? 

In elke opleiding wordt informeel feedback uitgewisseld tussen studenten(vertegenwoordigers), lesgevers, opleidingsverantwoordelijken, stagebegeleiders, alumni enz. Hoewel die informele feedbackkanalen een waarde hebben, is het van belang om ook periodiek een formeel kanaal te voorzien waarlangs de dialoog met stakeholders kan verlopen. Een opleiding garandeert de inbreng van studenten, lesgevers, het werkveld en/of alumni en internationale peers in het beleid. Ze voorziet daarvoor een aanpak die past bij de context en eigenheid van de opleiding en die rekening houdt met facultaire en universiteitsbrede kaders.   

 

Betrokkenheid van interne stakeholders: studenten   

Een opleidingscommissie voert een actieve dialoog met haar studenten over verschillende aspecten van het onderwijs (zoals oriëntatie, organisatie, inhoud, begeleiding). Het OER voorziet dat de opleidingscommissie voor ten minste een derde uit studenten bestaat. Maar ook in andere adviesorganen van de opleiding of ad-hocwerkgroepen is studentenparticipatie sterk aan te bevelen. Om studenten te werven, communiceert de opleidingscommissie helder over de mogelijkheden, de verwachtingen en het belang van studentenparticipatie in het onderwijsbeleid. Expliciete communicatie over verbeteracties die het gevolg zijn van studentenfeedback vormt een krachtige hefboom om studentenparticipatie te stimuleren. 

 

Betrokkenheid van interne stakeholders: lesgevers 

Een opleidingscommissie communiceert efficiënt over de onderwijsorganisatie en het onderwijsbeleid met alle lesgevers die betrokken zijn bij de opleiding. Ze voorziet daarom een vlotte toegang tot de verslaggeving van alle overlegmomenten en tot de opleidingsmonitor.  

Daarnaast activeert de opleidingscommissie haar lesgevers met gerichte initiatieven om lesgevers te informeren of te betrekken bij het onderwijs(verbeter)beleid. Een jaarlijks of semestrieel lesgevers- of leerlijnoverleg blijkt een efficiënte manier te zijn om onderling af te stemmen over vakinhouden of over de opbouw en samenhang van het programma. Ook gerichte professionalisering voorzien (een korte vorming of onderwijsdag) rond onderwijsthema’s die in een opleiding leven, vormt een goede praktijk. Al die initiatieven versterken niet alleen de onderlinge cohesie tussen lesgevers, maar ook de betrokkenheid van docenten bij het onderwijs(verbeter)beleid. 

 

Betrokkenheid van externe stakeholders: het werkveld, alumni, internationale peers  

De externe blik binnenbrengen in opleidingen vormt een van de zeven decretale kwaliteitskenmerken. De bedoeling is dat de opleiding een systematiek voorziet waarbij het werkveld, alumni en internationale peers feedback geven over de inhoudelijke aspecten van de opleiding.  

Om de zes jaar voert een opleiding een programmatoets uit: daarin spreken minstens drie internationale onafhankelijke peers zich uit over minstens de opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR's), het programma en de toetsing/het eindniveau. Alle informatie hierover vind je in de onderwijstip rond de externe blik verankeren.  

Een opleiding zet ook een systematiek op om vertegenwoordigers van het werkveld en/of alumni bij het onderwijsbeleid te betrekken. De opleiding kiest daarvoor een aanpak die past bij de eigen context. Sommige opleidingen hebben bijvoorbeeld een rijke traditie op het vlak van alumniwerking; andere opleidingen bereiken het werkveld dan weer vooral via stage(begeleiders). Sommige opleidingen hebben een zeer breed werkveld; andere opleidingen leiden op tot een specifiek beroep - de diversiteit onder de UGent-opleidingen is zeer groot op dit vlak. Belangrijk is dat elke opleiding een manier vindt om periodiek externen die professioneel actief zijn in het werkveld te consulteren of samen te brengen om te reflecteren over de inhoud van de opleiding en de employability van afstuderenden. Externen fungeren steeds als een kritische spiegel voor de opleiding: de opleidingscommissie beslist of en op welke manier met de feedback van externen aan de slag wordt gegaan. 

Waarom? 

Binnen een dynamische onderwijscontext vormen de zes strategische onderwijsdoelstellingen een belangrijke leidraad voor keuzes binnen het onderwijsbeleidsdomein, nu en in de toekomst. De UGent toetst haar onderwijs(ambities) er voortdurend kritisch aan af. Zo blijft haar onderwijs steeds ‘state of the art’.  

Van elke opleiding wordt een expliciete reflectie en een beleid verwacht met betrekking tot de manier waarop zij bijdraagt aan de realisatie van de zes strategische onderwijsdoelstellingen van de UGent. Een van die zes doelstellingen is ‘Betrokkenheid van stakeholders’.